Annemieke Blokzijl
Levenscoach
Blog
Doet jouw kind ook mee aan de Stokpaardjes Zomerweek 2022?
16 juni 2022
Op een heerlijke plek in de natuur even uit de hectiek van het dagelijkse leven. Tot rust komen na een jaar hard werken op school en nu mogen doen wat jouw kind het liefste doet: spelen met paarden.
Over de Stokpaardjes Zomerweek
Met een kleine groep kinderen en een kudde van 4 paarden organiseren Annemieke Blokzijl en Anouk de Keijzer de Stokpaardjes Zomerweek in Pijnacker.
De Stokpaardjes Zomerweek is week speciaal voor basisschoolkinderen vanaf 7 jaar, die gek zijn op paarden en pony’s. Elke dag staat een thema centraal waar de kinderen in ondergedompeld worden.
De thema’s
Hoe ziet een dag eruit?
De dag begint met het verwelkomen van de paarden in de tuin en een spelletje met elkaar. De kinderen werken met de paarden door ze te verzorgen en beweging te geven. Zij leren van alles over paarden, hetgeen vaak op een manege niet geleerd wordt. Er worden onderzoekjes gedaan en we maken dagelijks een knutselwerk dat mee naar huis mag. Uiteraard is er ook tijd voor spelletjes en chillen met een glas limonade. De dag wordt afgesloten met het Stokpaardjes-boekje over het thema van de dag. Zo start de tweede week van de vakantie met 5 leerzame doe-boekjes over… PAARDEN!
Wederzijds vertrouwen
Een kind moet zich welkom voelen om tot leren te komen! Het omgaan met elkaar én met de paarden is op basis van wederzijds vertrouwen en respect. Wanneer een kind zich veilig voelt, kan het zichzelf echt laten zien. In zo’n leefklimaat komt een kind tot creativiteit en het tonen van eigen initiatief. Paarden zijn hierin niet anders en dat schept een band!
Mensen en paarden verschillen zeer van elkaar als je alleen al kijkt naar hun uiterlijk. Maar… wanneer je je verdiept in mensen en paarden, ontdek je dat hun manier van omgaan met elkaar helemaal niet zo verschillend is!
Paarden communiceren alleen maar non-verbaal, mensen communiceren voor 80% non-verbaal. En kinderen ‘spreken’ die non-verbale taal nog beter. Elkaar begrijpen is niet zo moeilijk, als we daar even de tijd voor nemen. Wat gebeurt er en waar moet je op letten om vloeiend en begripvol met elkaar om te kunnen gaan? Dáár gaat het over!
Waardevol voor kinderen
Door het omgaan met elkaar centraal te stellen, ontstaat er wederzijdse aandacht en begrip. De rust die daarbij ontstaat geeft een gevoel van veiligheid, voor zowel kinderen als paarden. Vanuit deze basis kunnen zij samenwerken en leren, spelenderwijs ontdekken dat het oké is wie je bent en accepteren dat de ander ook oké is. Op deze wijze wordt er vrijblijvend aan sociale vaardigheden gewerkt.
Kinderen maken makkelijk contact met paarden en voelen een verantwoordelijkheid om voor hen te zorgen. In de groep leren kinderen rekening te houden met anderen, elkaar te helpen en te motiveren. Door de combinatie met paarden gaat dit leerproces bijna als vanzelf. Hierbij heeft de begeleiding natuurlijk oog voor het individuele kind, het groepsproces en de interactie met de paardenkudde.
Over de begeleiding
Anouk en Annemieke hebben samen een bak vol kennis en ervaring met paarden, maar zijn ook paardencoaches mét een didactische achtergrond.
Anouk is werkzaam in het voortgezet onderwijs als docent biologie, trainer, mentor en coach. Daarnaast geeft zij paardencoaching met als specialismen: Autisme en Omgaan met Rouw en Verlies.
Annemieke werkt als levenscoach met kwetsbare doelgroepen waarbij zij ook paarden kan inzetten. Vanuit haar vakgebied Omgangskunde brengt zij paardenkracht in organisaties met teamtrainingen en coaching. Ze geeft paardrijlessen aan mensen die zich verder willen ontwikkelen.
Tijdens de Stokpaardjes Zomerweek kunnen de kinderen paardrijden. Ook daarin staat de non-verbale communicatie centraal: namelijk de taal van het lichaam. Zo is paardrijden een mooie manier om op de rug van het paard dezelfde taal te spreken als naast het paard. Er wordt niet dagelijks op de paarden gereden.
Annemieke en Anouk organiseren een slechts een paar keer per jaar programma’s voor kinderen:
Aanmelden kan door een mailtje te sturen of even te bellen natuurlijk!
Annemieke Blokzijl Anouk de Keijzer
06 28 200 880 06 2479 3906
Jij bent je eigen instrument!
2 December 2019
Het paard kan niet met ons spreken. Het paard functioneert volledig non-verbaal, zelfs als hij hinnikt! En zoals verbale communicatie en oogcontact onze middelen zijn voor contact maken en gesprek voeren. Zo begin ik altijd met mijn lichaamstaal een gesprek met een paard. Mijn lichaam is het instrument voor een goed gesprek met een paard. En 80% van communicatie ‘spreken’ we met ons lichaam; non-verbaal. Een goed begin dus…
Ons lichaam is ons communicatiemiddel in vele opzichten
Ieder mens heeft het hele proces van leren lopen doorgemaakt. Zo is, met vallen en opstaan, het balanspunt in het lichaam ontwikkeld. Voor iedereen is het verschillend, want ieder mens ‘gebruikt’ zijn lichaam op zijn eigen manier. We kunnen wel eenduidig zijn over hét balanspunt van ieder menselijk lichaam, dát punt ligt in het midden van ons bekken. Toch kom ik als instructeur nog vele verschillen tegen! Niet het balanspunt is dan ‘verschoven’, die ligt nog altijd in het midden in het bekken. Het is wat subtieler. Het heeft te maken met de balans tussen denken en voelen, hoofd en hart, lichaam en geest. Iets waar ik in de coaching uitgebreid aandacht aan schenk.
Het balanspunt ligt, als we in balans zijn, in het midden van ons lichaam ter hoogte van het bekken. In mijn lessen en coaching leg ik m.b.v. plaatjes en lichaamsbewustwordingsoefeningen uit waar jouw balanspunt gevonden kan worden en krijg je de gelegenheid jouw balanspunt te ervaren. Al menige ruiters heb ik hiermee krachtiger én soepeler gemaakt.
Een paard kijkt naar de mens om onze communicatie af te lezen. Dit doet hij op moment dat hij je waarneemt. Denk maar eens aan de axioma: JE KUNT NIET NIET COMMUNICEREN. Pioniers op het gebied van Natural Horsemanship & Communiceren met Paarden ontdekten dat wij leiding geven (lees: je eigen richting en tempo aangeven) vanuit ons balanspunt. Alle beweging begint hier. En zodra we leren dat te versterken en te verduidelijken wordt onze lichaamstaal voor een paard zeer verstaanbaar!
Welke beweging begint dan als je leiding geeft of jezelf stuurt?
• Waar ga je naar toe?
• Ga je alleen of ga je samen?
• In welk tempo ga je?
• Ben je in het hier en nu of leef je in de toekomst of het verleden?
Vragen die beginnen met willen of kunnen zijn vaak niet helder. Het gaat om ‘ZIJN’. TO BE OR NOT TO BE. Ook gaat het om je intentie en de lading die het antwoord met zich mee brengt (emoties / verlangen).
Ik kan mijn paard Thor uitnodigen bij mij te komen staan, maar vaak wil ik dit zo graag (verlangen) dat hij lekker blijft waar hij is! Zodra ik mijn verlangen loslaat en mijn uitnodiging in zuivere vorm kan tonen, komt hij van ganzen harte naar mij toe.
Paarden in de hulpverlening
19 Oktober 2019
Het is essentieel voor de inzet van paarden dat zij zich goed voelen om te werken met mensen. Het is niet de bedoeling dat het paard moet leren van cliënten. Mijn paarden zijn stabiel en hebben ervaring in de omgang met mensen. Hoe zorg ik daarvoor?
Tijdens de sessies kun je opmerken dat ik complimentjes geef; zijn ze voor jou bedoelt of voor het paard? Het kan allebei! Ook kan het zijn dat ik even het paard verplaats, bijvoorbeeld omdat hij uit nieuwsgierigheid aan het materiaal zit. In een bijzonder geval leg ik de sessie even stil om te praten over wat er zojuist gebeurde. Voor het paard een mooi moment om even pauze te nemen. Tijdens een sessie gebeurt er echt veel!
Wat je van mij mag verwachten en waar mag je vanuit gaan op gebied van mijn zorg voor paarden lees je in de 5 wenken voor het werken met paarden in de hulpverlening:
5 WENKEN VOOR WERKEN MET PAARDEN IN DE HULPVERLENING
1. Veiligheid voor mens en paard
• Gebruik de beschikbare kennis over de risico’s die werken met paarden met zich meebrengt. De grootte, kracht en het vluchtinstinct maken dat er uiterst voorzichtig wordt gewerkt.
• Voorkom dat het paard agressief of defensief gedrag vertoont door rustig te werken en geen versnaperingen aan te bieden tussendoor.
• Zorg voor herkenning van de gevaarlijke zones van het paard en maak contact met het paard wanneer je in zijn persoonlijke ruimte werkt. Blijf uit ‘de dode hoek’.
• De werkomgeving is veilig en zonder onvoorspelbare gebeurtenissen. (Omvallende harken of rennende kinderen.)
• Er wordt consistent gewerkt, zodat er geen verwarring bij het paard ontstaat over wat wel of niet oké is.
• De match tussen het paard, de hulpverlener en de cliënt is goed.
• Er wordt niet gewerkt met materialen die pijn, ongemak of verwonding kunnen veroorzaken bij het paard.
• Ontwikkel het gebruik van lichaamstaal, waarop paarden onderling communiceren en samenwerken. Hoe beter wij de taal van het paard spreken, hoe vloeiender de mens-paard interacties worden.
Het naleven van deze richtlijnen verkleint het risico op gevaar in de mens-paard interacties enorm.
2. Aandacht voor de natuur van het paard
• Erken het paard als levend wezen met eigen behoeften en verantwoordelijkheden. Het paard beschikt altijd over water, voldoende ruwvoer en beschutting. Het paard leeft altijd met soortgenoten in de vrije ruimte (niet op stal, maar weiland of paddock) waar het kan bewegen of rusten wanneer het wil en sociale relaties kan onderhouden door spel en aanraking.
• Het is paard is goed zoals het is geboren. (Kinharen, sokken e.d. worden niet verwijderd.)
• Vermijd situaties van macht en onmacht in de mens-paard interacties. Dominant mensengedrag is nergens goed voor.
• Wees altijd alert of het paard pijn heeft. Herken pijnsignalen en probeer de oorzaak weg te nemen.
• Respecteer het sociale gedrag van het paard. (Het effect van isoleren uit de kudde, het effect van aanraking, e.d.)
• Vermijd onnodige drukke en onduidelijke bewegingen.
Isolatie, beperkte beweging, te gelimiteerd of overmatig voeren en beperkte sociale relaties met soortgenoten beperken het welzijn.
3. Aandacht voor de mentale en sensorische vermogens van het paard
• Overschat de kennis van mensbegrippen van het paard niet. Het paard is geen mens en denkt niet zoals wij. (Hij weet wat hij fout doet, hij heeft geen zin, dat doe hij expres, e.d. (antropomorfisme))
• Onderschat het eigen vermogen van het paard niet (Het is maar een paard.) Onderschat het eigen vermogen van het paard ook niet tijdens het rijden. (Beenhulpen geven om te lopen wanneer het loopt, bepalen van de hoofdhouding met teugelhulpen, e.d.)
• Erken dat paarden anders waarnemen dan mensen. En ook andere dingen waarnemen dan mensen.
• Werk niet te lang met een paard en houd rekening met het moment dat het genoeg is.
• Stem het werk met het paard af op het individuele paard. Sommige paarden hebben behoefte aan afwisseling. Andere paarden halen voldoening uit het doorgronden van één bepaalde oefening.
• Paardengedrag is paardengedrag. Dat hoeft niet altijd beschreven en geïnterpreteerd te worden.
Over- en onderschatten van het wezen van het paard heeft altijd gevolgen voor het welzijn.
4. Oog voor de emotionele toestand van het paard in het moment
• Zorg dat het team dat met de paarden werkt consistent is. Afspraken gelden altijd voor iedereen, welke afspraken dat ook zijn.
• Het werk is altijd comfortabel voor het paard.
• Er worden geen situaties gecreëerd welke psychische afweermechanismen van het paard activeren. (Flight, fight, freeze, faint)
• De voorbereiding op werken met het paard is in orde voor aanvang van het werk.
• Blijf goed in contact met het paard door aaien, stemgebruik en door het paard te begrijpen lichaamstaal.
• Blijf altijd positief over het paard, ook als het moeilijk is.
• Onderschat het vermogen van het paard om te lijden niet. Paarden kunnen ook meelijden met de cliënt. Geef het paard wat het nodig is om van het emotioneel lijden te herstellen.
• Sluit altijd goed af en beloon/bedank het paard voor de inbreng.
Veel opwinding en gebrek aan positieve aanmoediging kunnen leiden tot stress en een negatieve werkhouding.
5. Leren en onthouden door het paard
• Ontspannen is een grote beloning.
• Goede timing is heel belangrijk.
• Ga er vanuit dat het paard geen fouten maakt. Het reageert op wat er zich voordoet en kan een onwenselijke respons hebben op signalen waarvan wij ons niet bewust zijn dat wij die uitzenden.
• Onderschat het paard niet in zijn vermogen om zichtbare lichaamstaal (mens op de grond) om te zetten naar voelbare lichaamstaal (mens op zijn rug – rijden).
• Door consistent te zijn kunnen we onze signalen naar het paard licht blijven.
o Signalen zijn eenduidig
o Signalen zijn duidelijk onderscheiden van elkaar
o Tegenstrijdige signalen worden nooit tegelijkertijd gegeven
o Signalen bedoeld om het paard in beweging te krijgen worden alleen gegeven als het paard ook daadwerkelijk in beweging kan komen
Bij onjuist handelen kunnen bij het paard gedragsproblemen ontstaan. Agressie, vluchten of apathie zijn het resultaat.
Jij bent je eigen instrument!
2 December 2019
Het paard kan niet met ons spreken. Het paard functioneert volledig non-verbaal, zelfs als hij hinnikt! En zoals verbale communicatie en oogcontact onze middelen zijn voor contact maken en gesprek voeren. Zo begin ik altijd met mijn lichaamstaal een gesprek met een paard. Mijn lichaam is het instrument voor een goed gesprek met een paard. En 80% van communicatie ‘spreken’ we met ons lichaam; non-verbaal. Een goed begin dus…
Ons lichaam is ons communicatiemiddel in vele opzichten
Ieder mens heeft het hele proces van leren lopen doorgemaakt. Zo is, met vallen en opstaan, het balanspunt in het lichaam ontwikkeld. Voor iedereen is het verschillend, want ieder mens ‘gebruikt’ zijn lichaam op zijn eigen manier. We kunnen wel eenduidig zijn over hét balanspunt van ieder menselijk lichaam, dát punt ligt in het midden van ons bekken. Toch kom ik als instructeur nog vele verschillen tegen! Niet het balanspunt is dan ‘verschoven’, die ligt nog altijd in het midden in het bekken. Het is wat subtieler. Het heeft te maken met de balans tussen denken en voelen, hoofd en hart, lichaam en geest. Iets waar ik in de coaching uitgebreid aandacht aan schenk.
Het balanspunt ligt, als we in balans zijn, in het midden van ons lichaam ter hoogte van het bekken. In mijn lessen en coaching leg ik m.b.v. plaatjes en lichaamsbewustwordingsoefeningen uit waar jouw balanspunt gevonden kan worden en krijg je de gelegenheid jouw balanspunt te ervaren. Al menige ruiters heb ik hiermee krachtiger én soepeler gemaakt.
Een paard kijkt naar de mens om onze communicatie af te lezen. Dit doet hij op moment dat hij je waarneemt. Denk maar eens aan de axioma: JE KUNT NIET NIET COMMUNICEREN. Pioniers op het gebied van Natural Horsemanship & Communiceren met Paarden ontdekten dat wij leiding geven (lees: je eigen richting en tempo aangeven) vanuit ons balanspunt. Alle beweging begint hier. En zodra we leren dat te versterken en te verduidelijken wordt onze lichaamstaal voor een paard zeer verstaanbaar!
Welke beweging begint dan als je leiding geeft of jezelf stuurt?
• Waar ga je naar toe?
• Ga je alleen of ga je samen?
• In welk tempo ga je?
• Ben je in het hier en nu of leef je in de toekomst of het verleden?
Vragen die beginnen met willen of kunnen zijn vaak niet helder. Het gaat om ‘ZIJN’. TO BE OR NOT TO BE. Ook gaat het om je intentie en de lading die het antwoord met zich mee brengt (emoties / verlangen).
Ik kan mijn paard Thor uitnodigen bij mij te komen staan, maar vaak wil ik dit zo graag (verlangen) dat hij lekker blijft waar hij is! Zodra ik mijn verlangen loslaat en mijn uitnodiging in zuivere vorm kan tonen, komt hij van ganzen harte naar mij toe.
Jij bent je eigen instrument!
2 December 2019
Het paard kan niet met ons spreken. Het paard functioneert volledig non-verbaal, zelfs als hij hinnikt! En zoals verbale communicatie en oogcontact onze middelen zijn voor contact maken en gesprek voeren. Zo begin ik altijd met mijn lichaamstaal een gesprek met een paard. Mijn lichaam is het instrument voor een goed gesprek met een paard. En 80% van communicatie ‘spreken’ we met ons lichaam; non-verbaal. Een goed begin dus…
Ons lichaam is ons communicatiemiddel in vele opzichten
Ieder mens heeft het hele proces van leren lopen doorgemaakt. Zo is, met vallen en opstaan, het balanspunt in het lichaam ontwikkeld. Voor iedereen is het verschillend, want ieder mens ‘gebruikt’ zijn lichaam op zijn eigen manier. We kunnen wel eenduidig zijn over hét balanspunt van ieder menselijk lichaam, dát punt ligt in het midden van ons bekken. Toch kom ik als instructeur nog vele verschillen tegen! Niet het balanspunt is dan ‘verschoven’, die ligt nog altijd in het midden in het bekken. Het is wat subtieler. Het heeft te maken met de balans tussen denken en voelen, hoofd en hart, lichaam en geest. Iets waar ik in de coaching uitgebreid aandacht aan schenk.
Het balanspunt ligt, als we in balans zijn, in het midden van ons lichaam ter hoogte van het bekken. In mijn lessen en coaching leg ik m.b.v. plaatjes en lichaamsbewustwordingsoefeningen uit waar jouw balanspunt gevonden kan worden en krijg je de gelegenheid jouw balanspunt te ervaren. Al menige ruiters heb ik hiermee krachtiger én soepeler gemaakt.
Een paard kijkt naar de mens om onze communicatie af te lezen. Dit doet hij op moment dat hij je waarneemt. Denk maar eens aan de axioma: JE KUNT NIET NIET COMMUNICEREN. Pioniers op het gebied van Natural Horsemanship & Communiceren met Paarden ontdekten dat wij leiding geven (lees: je eigen richting en tempo aangeven) vanuit ons balanspunt. Alle beweging begint hier. En zodra we leren dat te versterken en te verduidelijken wordt onze lichaamstaal voor een paard zeer verstaanbaar!
Welke beweging begint dan als je leiding geeft of jezelf stuurt?
• Waar ga je naar toe?
• Ga je alleen of ga je samen?
• In welk tempo ga je?
• Ben je in het hier en nu of leef je in de toekomst of het verleden?
Vragen die beginnen met willen of kunnen zijn vaak niet helder. Het gaat om ‘ZIJN’. TO BE OR NOT TO BE. Ook gaat het om je intentie en de lading die het antwoord met zich mee brengt (emoties / verlangen).
Ik kan mijn paard Thor uitnodigen bij mij te komen staan, maar vaak wil ik dit zo graag (verlangen) dat hij lekker blijft waar hij is! Zodra ik mijn verlangen loslaat en mijn uitnodiging in zuivere vorm kan tonen, komt hij van ganzen harte naar mij toe.
Paarden in de hulpverlening
19 Oktober 2019
Het is essentieel voor de inzet van paarden dat zij zich goed voelen om te werken met mensen. Het is niet de bedoeling dat het paard moet leren van cliënten. Mijn paarden zijn stabiel en hebben ervaring in de omgang met mensen. Hoe zorg ik daarvoor?
Tijdens de sessies kun je opmerken dat ik complimentjes geef; zijn ze voor jou bedoelt of voor het paard? Het kan allebei! Ook kan het zijn dat ik even het paard verplaats, bijvoorbeeld omdat hij uit nieuwsgierigheid aan het materiaal zit. In een bijzonder geval leg ik de sessie even stil om te praten over wat er zojuist gebeurde. Voor het paard een mooi moment om even pauze te nemen. Tijdens een sessie gebeurt er echt veel!
Wat je van mij mag verwachten en waar mag je vanuit gaan op gebied van mijn zorg voor paarden lees je in de 5 wenken voor het werken met paarden in de hulpverlening:
5 WENKEN VOOR WERKEN MET PAARDEN IN DE HULPVERLENING
1. Veiligheid voor mens en paard
• Gebruik de beschikbare kennis over de risico’s die werken met paarden met zich meebrengt. De grootte, kracht en het vluchtinstinct maken dat er uiterst voorzichtig wordt gewerkt.
• Voorkom dat het paard agressief of defensief gedrag vertoont door rustig te werken en geen versnaperingen aan te bieden tussendoor.
• Zorg voor herkenning van de gevaarlijke zones van het paard en maak contact met het paard wanneer je in zijn persoonlijke ruimte werkt. Blijf uit ‘de dode hoek’.
• De werkomgeving is veilig en zonder onvoorspelbare gebeurtenissen. (Omvallende harken of rennende kinderen.)
• Er wordt consistent gewerkt, zodat er geen verwarring bij het paard ontstaat over wat wel of niet oké is.
• De match tussen het paard, de hulpverlener en de cliënt is goed.
• Er wordt niet gewerkt met materialen die pijn, ongemak of verwonding kunnen veroorzaken bij het paard.
• Ontwikkel het gebruik van lichaamstaal, waarop paarden onderling communiceren en samenwerken. Hoe beter wij de taal van het paard spreken, hoe vloeiender de mens-paard interacties worden.
Het naleven van deze richtlijnen verkleint het risico op gevaar in de mens-paard interacties enorm.
2. Aandacht voor de natuur van het paard
• Erken het paard als levend wezen met eigen behoeften en verantwoordelijkheden. Het paard beschikt altijd over water, voldoende ruwvoer en beschutting. Het paard leeft altijd met soortgenoten in de vrije ruimte (niet op stal, maar weiland of paddock) waar het kan bewegen of rusten wanneer het wil en sociale relaties kan onderhouden door spel en aanraking.
• Het is paard is goed zoals het is geboren. (Kinharen, sokken e.d. worden niet verwijderd.)
• Vermijd situaties van macht en onmacht in de mens-paard interacties. Dominant mensengedrag is nergens goed voor.
• Wees altijd alert of het paard pijn heeft. Herken pijnsignalen en probeer de oorzaak weg te nemen.
• Respecteer het sociale gedrag van het paard. (Het effect van isoleren uit de kudde, het effect van aanraking, e.d.)
• Vermijd onnodige drukke en onduidelijke bewegingen.
Isolatie, beperkte beweging, te gelimiteerd of overmatig voeren en beperkte sociale relaties met soortgenoten beperken het welzijn.
3. Aandacht voor de mentale en sensorische vermogens van het paard
• Overschat de kennis van mensbegrippen van het paard niet. Het paard is geen mens en denkt niet zoals wij. (Hij weet wat hij fout doet, hij heeft geen zin, dat doe hij expres, e.d. (antropomorfisme))
• Onderschat het eigen vermogen van het paard niet (Het is maar een paard.) Onderschat het eigen vermogen van het paard ook niet tijdens het rijden. (Beenhulpen geven om te lopen wanneer het loopt, bepalen van de hoofdhouding met teugelhulpen, e.d.)
• Erken dat paarden anders waarnemen dan mensen. En ook andere dingen waarnemen dan mensen.
• Werk niet te lang met een paard en houd rekening met het moment dat het genoeg is.
• Stem het werk met het paard af op het individuele paard. Sommige paarden hebben behoefte aan afwisseling. Andere paarden halen voldoening uit het doorgronden van één bepaalde oefening.
• Paardengedrag is paardengedrag. Dat hoeft niet altijd beschreven en geïnterpreteerd te worden.
Over- en onderschatten van het wezen van het paard heeft altijd gevolgen voor het welzijn.
4. Oog voor de emotionele toestand van het paard in het moment
• Zorg dat het team dat met de paarden werkt consistent is. Afspraken gelden altijd voor iedereen, welke afspraken dat ook zijn.
• Het werk is altijd comfortabel voor het paard.
• Er worden geen situaties gecreëerd welke psychische afweermechanismen van het paard activeren. (Flight, fight, freeze, faint)
• De voorbereiding op werken met het paard is in orde voor aanvang van het werk.
• Blijf goed in contact met het paard door aaien, stemgebruik en door het paard te begrijpen lichaamstaal.
• Blijf altijd positief over het paard, ook als het moeilijk is.
• Onderschat het vermogen van het paard om te lijden niet. Paarden kunnen ook meelijden met de cliënt. Geef het paard wat het nodig is om van het emotioneel lijden te herstellen.
• Sluit altijd goed af en beloon/bedank het paard voor de inbreng.
Veel opwinding en gebrek aan positieve aanmoediging kunnen leiden tot stress en een negatieve werkhouding.
5. Leren en onthouden door het paard
• Ontspannen is een grote beloning.
• Goede timing is heel belangrijk.
• Ga er vanuit dat het paard geen fouten maakt. Het reageert op wat er zich voordoet en kan een onwenselijke respons hebben op signalen waarvan wij ons niet bewust zijn dat wij die uitzenden.
• Onderschat het paard niet in zijn vermogen om zichtbare lichaamstaal (mens op de grond) om te zetten naar voelbare lichaamstaal (mens op zijn rug – rijden).
• Door consistent te zijn kunnen we onze signalen naar het paard licht blijven.
o Signalen zijn eenduidig
o Signalen zijn duidelijk onderscheiden van elkaar
o Tegenstrijdige signalen worden nooit tegelijkertijd gegeven
o Signalen bedoeld om het paard in beweging te krijgen worden alleen gegeven als het paard ook daadwerkelijk in beweging kan komen
Bij onjuist handelen kunnen bij het paard gedragsproblemen ontstaan. Agressie, vluchten of apathie zijn het resultaat.